---------------------------------------- --- De koningin huilt - Jutta Jensen --- ---------------------------------------- Uit: "Als ik kon toveren" - Dramareader IPABO Alkmaar ---------------------------------------- Er waren eens een koning en een koningin... Die koning en die koningin zitten allebei op een troon. Op hun hoofd dragen ze allebei een kroon, en ze wonen in een groot kasteel. Maar de koningin is nooit gelukkig. Altijd moet ze huilen. Als de koning aan haar vraagt: "Waarom moet je nou weer huilen?", antwoordt de koningin: "Ik weet het niet, ik weet het echt niet. Ik ben het vergeten. Maar ik moet zo erg huilen." De koning heeft er schoon genoeg van. Er moet iets op de wereld zijn dat de koningin kan opvrolijken. De koning laat muzikanten komen. De muzikanten maken een diepe buiging en beginnen te spelen. De koningin luistert en ze vindt het heel mooi, maar na een tijdje begint ze toch weer te snikken. Dan laat de koning dansers komen. De dansers maken een diepe buiging en beginnen te dansen. Even stopt de koningin met huilen, maar na een tijdje, ja hoor, daar komen de tranen weer. Nu komt de clown tevoorschijn. Hij maakt een diepe buiging. Hij laat zijn ratel ratelen, en kietelt de koningin met een veertje onder haar kin. Even lijkt het of de koningin moet lachen. De koning kijkt heel blij naar de koningin. Maar dan begint ze toch weer te huilen. En deze keer heel hard. Zo hard dat iedereen mee moet huilen. Ineens is er een geluidje. Het komt onder de stoel van de koning vandaan. "Piep, piep, piep, piep, piep." Als de koning ziet dat het een muis is, springt hij op zijn troon en begint vreselijk te gillen. Als de koningin dat ziet, begint ze verschrikkelijk te lachen. Eerst heel zachtjes en dan harder en harder. De koning hoort natuurlijk dat zijn vrouw lacht. Hij vergeet zijn angst en komt weer tevoorschijn. Hij roept: "Je lacht weer!" En ze zijn zo blij dat ze feest vieren. Het feest duurt een hele week, en de koningin huilt niet één keer.