Meester Geoffrey.nl - Onderwijsschatkist op het internet

Graven van Holland

Dirk III (ca. 980 - 1039)
De eerste graaf die het vermelden waard is, is Dirk III. Hij was graaf van Holland, dat destijds nog Frisia heette. Hij is ongeveer rond het jaar 980 geboren in Leiden, en overleden in 1039. Zoals bij alle graven het geval was, lag zijn administratie in Egmond. Eén van de monniken daar, Melostoke, schreef de geschiedenis op in rijm. De bijnaam van Dirk was 'de Jeruzalemmer', vanwege de pelgrimstocht die hij rond het jaar 1000 naar deze heilige stad heeft gemaakt.

Dirk liet ten zuiden van zijn gebied, waar hij eigenlijk niks te zeggen had, een tolkantoor oprichten. Iedereen die erlangs wilde moest tol betalen, en zij die dat niet wilden, werd het geld hardhandig afgetroggeld. De handelslieden uit Tiel, die deze route gebruikten om naar Engelen te varen om wol in te kopen, waren woedend en gingen hun beklag doen bij de Bisschop van Utrecht. Deze ging rechtstreeks naar de Keizer van Duitsland, die in Nijmegen was om Rijksdag te houden. De keizer kende Dirk wel, want het was immers zijn neef. Hij zond een strafexpeditie naar Vlaardingen in het jaar 1018.

Destijds was Vlaardingen het afvoerputje van Nederland: één groot moeras. Dat vecht niet zo makkelijk voor een zwaar bewapend en volledig gepantserd ridderleger. Eigenlijk hoeft er niet eens gevochten te worden: de expeditie mislukt.

Deze sluwe list van Dirk laat drie feiten zien:
  • Een superieur bewapend leger legt het altijd af tegen degenen die het terrein kennen. Guerilla werkt altijd beter dan frontale aanval.
  • De keizer was kennelijk niet in staat om ongehoorzame vazallen tot de orde te roepen. Dat was een zware klap voor het leenstelsel.
  • Onrecht dat niet gestraft wordt, wordt recht. Dirk vergroot zijn gebied en heft meer tol.

    De geschiedenis is een patroon en een spiegel. Bovenstaande ontwikkelingen zijn heel herkenbaar in meer recente gebeurtenissen.




    Willem II (1228 - 1256)
    Willem heeft in zijn korte leven een ambitieuze carrière gehad. Hij was geboren in Leiden en was door erfopvolging graaf van Holland. Op 19-jarige leeftijd werd hij gekozen tot Rooms-Koning. Dat is een kandidaat om tot keizer van het Duitse Rijk gekozen te worden. In feite liep Willem dus stage als keizer. Door deze benoeming meende Willem dat hij best wel wat luxer kon gaan wonen en hij liet op een jachtterein bij Scheveningen een mooi paleis bouwen. Dat paleis staat er nu nog: het Binnenhof.

    Willem bleek een goede Rooms-Koning en wilde naar Rome om de keizerskroon te halen. Maar er was één volkje dat hij niet vertrouwde: de West-Friezen. Stel dat die in zijn afwezigheid rare dingen zouden doen? Daarom besluit hij dat het tijd is om die West-Friezen voor eens en voor altijd te onderwerpen. In 1254 geeft hij Alkmaar daarom stadsrechten en in 1256 begint hij aan zijn expeditie om de West-Friezen te onderwerpen.

    De tijd die Willem voor zijn expeditie had uitgetrokken, was midden in de winter. Hij kon dan over het water gaan, omdat dat dan diepbevroren was. Als anonieme ridder gaat Willem mee. Maar het ijs blijkt toch niet zo sterk te zijn als hij gedacht heeft: hij zakt er met paard en al doorheen. Onmiddelijk wordt hij omsingeld door West-Friezen, en niet wetende wie hij is maken deze hem een kopje kleiner. Pas als ze ontdekken dat ze te maken hebben met de Rooms-Koning, worden ze bang. Willem wordt verstopt en een lange tijd niet meer teruggevonden.

    Maar Willem had ook een zoon...




    Floris V (1254 - 1296)
    De jonge Floris, zoon van Willem II, groeit op in een sfeer van wraak. Hij wordt gestimuleerd om zijn vader te wreken, en als hij 18 is, onderneemt hij daartoe een poging. Die mislukt, maar twee jaar later, als Floris Medemblik stadsrechten geeft, lukt het wel. Met Medemblik heeft Floris namelijk twee fronten, en zo kan hij in 1288 West-Friesland onderwerpen. Overal worden dwangburchten gemaakt met kleine garnizoenen erin. Kasteel Radboud in Medemblik is er één van. In Hoogwoud vindt Floris zijn vader en stuurt het lichaam op naar Middelburg. Tot mei 1940 is Willem daar begraven geweest. Toen is de tombe gebombardeerd door de Duitsers en bleef er helemaal niks meer van hem over.

    Floris V heeft dus zijn gebied uitgebreid naar het noorden, maar ook naar het oosten. Daar werd namelijk, aan de monding van het IJ, de stad Amsteldam gesticht door de rivier de Amstel af te dammen. Dit gebied hoorde bij Utrecht, maar Floris gaf de Amsteldammers in 1275 tolvrijheid, zodat ze vrij door Holland mochten reizen. En doordat hij zijn vader in Middelburg heeft liggen, heeft hij ook invloed in Zeeland. Verder is Floris getrouwd met Beatris van Vlaanderen, de dochter van graaf Gwijde.

    Vlaanderen is economisch afhankelijk van Engeland, politiek gebonden aan Frankrijk en cultureel gebonden aan de Nederlanden, die deel uitmaken van het Duitse Rijk. Een behoorlijke soepzooi dus, maar Floris gaat erin roeren. Hij probeert de Engelse koning voor zich te winnen, door zijn persoonlijke bezittingen aan hem te vermaken als hij een kroon zou krijgen. Hij heeft een oogje op de Schotse troon en de Vlaamse graventitel en daarvoor gebruikt hij de Engelse koning. Hij stuurt zelfs zijn zevenjarige zoontje Jan naar London, om aan het hof van koning Edward opgevoed te worden. Maar de Engelse koning voelt niks voor de avances van Floris. De graaf wordt daar ontzettend boos om en gaat in zee met de vijand van de Engelsen: Frankrijk.




    De hoge sprongen van Floris
    De Franse koning vindt het wel komisch en houdt Floris aan het lijntje. Maar de Engelse koning is woedend en wil Floris straffen. Hij zoekt bondgenoten in Holland. En er zijn nogal wat mensen in Holland die Floris graag kwijt zijn. De adel in Medemblik bijvoorbeeld. Doordat Medemblik stadsrechten kreeg, verloren zij grond en macht. En dan was er ook nog heer Gerard van Velzen, die nog een persoonlijk appeltje met Floris te schillen had. Floris boeleerde graag: hij verversde zijn vrouwen en gaf zijn 'gebruikte' vrouwen aan edelmannen. Gerard wilde hier niets van weten en zei: 'Uw boel zal niet mijn vrouw zijn!' Waarop Floris doodleuk antwoordde: 'Dan zal uw vrouw mijn boel zijn.' En op een dag, toen Van Velzen niet thuis was, verkrachtte Floris zijn vrouw. Kortom: Floris had mot met de adel, én een persoonlijke vete met Gerard van Velzen.

    Klik op het plaatje om te vergroten.
    Dan wordt het juni 1296. Floris was uitgenodigd om als arbiter bij een conflict op te treden. Dat werd opgelost en er werd een klein feestje gegeven om het te vieren. Floris wil graag even rusten, maar door een paar edelmannen, waaronder Gerard van Velzen, wordt hij uitgenodigd om voor een valkenjacht. Goed van vertrouwen neemt hij alleen z'n page mee, maar al snel pakt één van de edelmannen zijn paard en zegt: 'Het is met uw hoge sprongen gedaan.' Zo wordt Floris gevangen genomen.

    Floris wordt naar Muiden gebracht om naar Engeland verscheept te worden. Maar onderweg denkt Floris: 'als ik nu niet ontsnap, kom ik in Engeland terecht en dan heb ik een probleem met de Engelse koning.' Dus hij probeert gebonden op zijn paar te ontsnappen. Maar paard en ruiter belanden in een greppel. Ondertussen is er ook allemaal volk dat op het geluid afkomt. Zij zijn Floris goedgezind, dus de edelen raken een beetje in paniek. Gerard van Velzen neemt uiteindelijk een beslissing. Hij rijdt op Floris af en hakt op hem in. Zijn eerste slag hakt de vingers af, en zijn tweede slag klieft het hoofd van de graaf.

    Exit Floris, en zijn hoge sprongen.




  • Copyright ©2003-2024