Meester Geoffrey.nl - Onderwijsschatkist op het internet

Verhaalstructuren - door Marieke
Groep 7/8 - Drama

Benodigdheden:
  • Speelkaarten (zelf maken)
  • Kijkkaarten (zelf maken)
  • Speelruimte (b.v. speelzaal of leeg klaslokaal)
Klik hier om de volledige lesbeschrijving te downloaden.

Dit is een les die je goed kunt gebruiken in een klas waar de kinderen nog niet zoveel aan drama hebben gedaan. Het is echt een basisles, waarin de kinderen de basiselementen van een toneelstuk leren: wie, wat, waar, wanneer. Het is de bedoeling dat de kinderen dit uiteindelijk laten zien in een spel, en ook kunnen herkennen in het spel van een ander.
Als warming-up kun je kiezen voor een tableau vivant. Je laat de kinderen allemaal emoties uitbeelden, en op jouw teken bevriezen ze. Vervolgens laat je de kinderen een handeling uitbeelden die steeds groter wordt (een vlieger die steeds wilder heen en weer gaat), en dan laat je ze weer bevriezen.
Na deze warming up vertel je de kinderen over de 5 W's, waar elk toneelstuk uit bestaat: wie, wat, waar, wanneer en (waarom). Waarom staat tussen haakjes, omdat je die niet gebruikt in deze les. Ook zie je in elk toneelstuk dat het lichaam veel gebruikt wordt, in mimiek, houding en stem. Geef de kinderen kaartjes waarop vier vragen staan: wie, wat, waar en wanneer. De antwoorden staan achter deze vragen en daarmee maken de kinderen in groepjes een toneelstukje.
Bij de presentatie van de stukjes kun je de kinderen kijkkaarten uitdelen, met gerichte vragen. Geef één groepje dat kijkt vragen over het aspect "wie", één groepje over "wat", etc. Aan het eind krijgen de groepjes natuurlijk ook applaus.




Copyright ©2003-2024